Raversyde

 

De zee, de tram en de oorlog of: het uitzicht vanaf de Atlantik-Wall bij Raversyde onder Oostende

Na een uitgesproken kille ochtend is de lucht opgeblauwd als we een bezoek brengen aan het Raversyde complex onder Oostende. Het is een deel van de Atlantik-Wall, een verdedigingslinie langs de kusten van Europa, door de Duitsers aangelegd tussen 1940 en 1945. Het gevaar zou immers van overzee kunnen komen. Dat kwam het ook in 1944 aan de Normandische kust.

Voordat de goed bewaarde fortificaties worden bezocht via een geel gemarkeerde wandelroute, betreden we een projectieruimte waar foto’s uit het ‘Atlantic Wall project, 1940-1945/2013-2014’ van de Vlaamse fotograaf Stephan Vanfleteren worden getoond. Als geen ander weet deze meester-fotograaf  in wit, grijs en zwarttonen de indrukwekkende massiviteit van deze verdedigingslinie te laten zien, waarin de grauwe werkelijkheid van de oorlogservaring als het ware bevroren is, verstild. De verlatenheid ook van soldaten, die onder invloed van een misdadige ideologie eveneens tot massa waren aaneengesmeed.

Vanfleteren schrijft in het voorwoord van zijn boek over de Atlantic Wall: ‘Kiezelsteentjes van de geschiedenis’:

‘Een horizon. Vaak was het niet meer dan dat. Zo mocht het ook blijven voor de Duitse soldaat op wacht. Kijkend vanuit een betonnen gleuf zie ik hetzelfde als wat die jonge soldaat destijds zag: een lijn in de verte met daaronder een bewegende watermassa. De wachtende man zal daar niet treurig om zijn geweest. Beter een vredig Atlantisch zeezicht dan een oorlogstafereel op een koude toendra aan het oostfront. De meeste van deze jongens verlangden waarschijnlijk ook maar naar hun heimat. Heimwee in de schaduw van gewapend beton.’

Met de beelden van Vanfleteren nog op het netvlies, betreden we de buitenlocatie van wat nu een openluchtmuseum is. Het doorgebroken middaglicht zet het decor in zachte tinten: blauwgroen de zee, hemelsblauw de lucht, groenig de grassen, gelig, het zand. Solide bovenleiding van de trambanen die steeds zichtbaar is of een golvend stukje prikkeldraad accentueren de lichtheid van deze plek: een groot contrast met de beelden van Vanfleteren. Het klopt helemaal dat de kleuren in het werk van deze fotograaf ontbreken. Het past heel goed bij het zwart-wit-beeld dat we van de oorlog hebben. Maar de hier en nu aanwezige kleuren moeten er in de oorlogsjaren ook geweest zijn op zachte voorjaarsdagen. Zoals ook de bedrijvigheid van het tramverkeer dat was, ook al was dat aangepast aan de nieuwe oorlogsdoelen. Op deze locatie zal het uitzicht heel wat gevarieerder zijn geweest dan die platte streep in die betonnen gleuf. De kusttramlijn die al sinds 1897 geëlektrificeerd was, werd in het tot oorlogszone verklaarde kustgebied gebruikt voor het vervoer van goederen, voedsel, geneesmiddelen en soldaten. Er moet een zekere bedrijvigheid hebben geheerst in dit gebied. De tijdelijke bewoners van de fortificatie zullen zich relatief vrijelijk hebben kunnen bewegen. Er waren natuurlijk plunderingen van de trams, waartegen moest worden opgetreden. Maar het grote gevaar van een invasie vanaf zee, was misschien niet een dagelijks aanwezig besef. Er moet sprake zijn geweest van een zekere drukte, maar toch ook van een bepaalde mate van rust.

Ik stel me zo voor dat soldaten die beschikten over een poëtische blik, op stille momenten dit palet van zachte kleuren hebben waargenomen. Zij zullen de onzinnige idealen vervloekt hebben die deze rustige weelde kwamen verstoren.  Ze zullen zich in hun mijmeringen even hebben kunnen wentelen in een beeld van oneindige vrede: een bootje, witte zeilen, een kabbelende zee.

Juni 2018